Het is door smaak dat we de ‘smaak van’ dingen proeven. Vervolgens ontdekken we of dit leidt tot aangename of onaangename sensaties. Deze zintuiglijke waarnemingen bepalen of we een gerecht of drankje lekker vinden of niet.

Wanneer we een maaltijd nuttigen of een kopje koffie drinken, worden er bepaalde chemische componenten vrijgegeven. Sommigen van hen reizen naar de neus, en worden opgepikt door ons reuksysteem, terwijl anderen worden opgelost door speeksel en in aanraking komen met de smaakpapillen op onze tong. De eerstgenoemden bepalen de geur van voedsel, terwijl de laatstgenoemde, de smaak bepalen, wat het doel is van ons smaakzintuig.

Sinds het begin van de 20^e eeuw is het algemeen aanvaard dat smaken kunnen worden ingedeeld in vijf grote categorieën: zout, zoet, bitter, zuur, en umami (vaak vertaald vanuit het Japans als ‘hartig’. De smaak hiervan wordt grotendeels bepaald door de aanwezigheid van natriumzout).