Er worden drie verschillende benaderingen gebruikt voor het onttrekken van de cafeïne: biologische oplosmiddelen (dichloormethaan of methyleenchloride), water, of koolstofdioxide (CO2 in vloeibare of superkritische fase).

De eerste twee methoden voor het verwijderen van de cafeïne leiden ook tot het smaakverlies. Het gebruik van de koolstofdioxide-methode zorgt ervoor dat de aromatische kenmerken van de koffie onaangetast blijven. Daarom gebruikt Lavazza deze laatste methode.

Tijdens de eerste fase van het proces worden de bonen bevochtigd met stoom en/of water totdat 30-50% van het vocht wordt verkregen. Vervolgens worden de bonen in een gas-extractie cilinder geplaatst, met gas in superkritische fase: dit gebeurt wanneer de temperatuur en de druk zodanig zijn dat de stof zowel de eigenschappen van een gas als van een vloeistof heeft. Op deze manier verspreidt het zich als een gas met de oplosmiddeleigenschappen van een vloeistof, en wordt de cafeïne op een selectieve manier onttrokken. De koolstofdioxide wordt vervolgens gescheiden van de alkaloïde met behulp van het water. Het wordt dan opnieuw onder druk gebracht en hergebruikt.

De cyclus eindigt met het drogen van de nu cafeïnevrije koffie.