De geschiedenis van de koffie is doordrenkt met talloze legendes. Het stimulerende effect van de drank op het menselijk lichaam werd bij toeval ontdekt, net als de therapeutische kenmerken van thee, maar meer dan duizend jaar later. Volgens de legende begon alles in de 9e eeuw in Abessinië, het huidige Ethiopië. Een herder in de provincie van Kaffa was verbaasd dat zijn geiten ’s nachts niet konden slapen. Zonder te weten wat hij moest doen, wendde hij zich tot de monniken van een nabijgelegen klooster die het mysterie wisten op te lossen: de geiten aten graag de kersenachtige vruchten van een vreemde plant - de koffieplant. Gedreven door wetenschappelijke nieuwsgierigheid, bereidden de monniken een infusie met deze bessen en na het drinken hiervan zaten ze boordevol energie.

Zelfs vandaag de dag wordt het Ethiopische plateau beschouwd als de bakermat van de koffie. Hiervandaan staken de koffiebessen de Rode Zee over en arriveerden in Arabië. De koffieteelt begon in Jemen, in het midden van de 15e eeuw. Vanuit de pelgrimssteden Mekka en Medina verspreidde de koffie zich snel door het Arabisch schiereiland. Tot 1720 was de havenstad van Mocha het centrum van de wereldhandel in koffie. Om deze reden werd er tot de 18e eeuw “mocha” gedronken in de cafes van Europa. Het was een enorm dure drank die alleen de adel zich kon veroorloven. Met de uitbreiding van het Ottomaanse Rijk in de 16e eeuw, werd koffie verspreid naar Klein-Azië, Syrië, Egypte en Zuidoost-Europa. De hele islamitische wereld werd veroverd door de “nuchtere dronkenschap” van deze zwarte drank. De huidige naam is afgeleid van het Arabische woord “qahwah”, wat “wijn” betekent, terwijl de Turken het “kahweh” noemden. Aangezien de Moslims geen alcohol mogen drinken, werd koffie de “wijn van de Islam”.

De Arabieren bewaakten de koffiebessen en de kostbare vruchten angstvallig en de export was strikt verboden. De handel in koffiebonen bleef vele jaren in handen van de Arabieren, totdat aan het begin van de 17e eeuw sommige onverschrokken Nederlandse handelaren de moed hadden om koffiebonen naar Europa te smokkelen. Hier werden de koffiebessen gekweekt in broeikassen en orangeries, alvorens de ambitieuze koloniale grootheden koffie op het eiland van Java, in Colombia en in Kenia begonnen te verbouwen. Koffie was nu een internationaal beschikbare grondstof en werd in de 19e eeuw de “drank van het volk”. De geschiedenis van Lavazza dateert uit die tijd: het bedrijf werd in 1895 opgericht in Turijn. Wat begon in 850 na Christus met een mysterieuze plant is vandaag de dag de meest populaire drank in de wereld, na water.